Skip to main content

Dit jaar staat World Sight Day in het teken van wereldwijde aandacht voor het belang van oogzorg. We spraken Margreet Hogeweg, oogarts en onder andere lid van de werkgroep Internationale Oogheelkunde. Tussen 1987 en 2002 zette zij oogkampen op in Nepal om de oogzorg daar toegankelijker te maken.

Hoe zag uw werk er in die tijd in Nepal uit?

Het eerste oogkamp hebben we in 1987 opgezet. In die tijd was er nagenoeg geen oogzorg in Nepal. Er waren in totaal zo’n vijf oogartsen in heel het land en die woonden allen in de hoofdstad, Kathmandu. Dat betekende dat er praktisch geen zorg was in de afgelegen gebieden en dat de oogzorg daar vooral afhankelijk was van grote internationale organisaties.

Hoe werd zo’n oogkamp opgezet en hoe ging u te werk?

Transport ging veelal te voet. We huurden dragers in om te helpen met het dragen van de spullen. We hadden alles bij ons: oogheelkundige apparatuur, brillen, medicijnen, voedsel en slaapzakken. We hadden ook zonnepanelen bij ons omdat er anders geen elektriciteit zou zijn. Ik was de enige oogarts met een team van uitstekende Nepalese ‘Ophthalmic Assistants’.

“We stuurden af en toe een telegram, maar of dat dan aan zou komen wisten we op dat moment niet”

Margreet Hogeweg, oogarts
Operatiekamer in een oogkamp.
Operatiekamer in een oogkamp in Nepal.

We begonnen met één kamp, maar later gingen we wel voor acht of negen kampen achter elkaar de bergen in. Vaak werd een school of gemeenschapshal omgebouwd tot operatiekamer of polikliniek. We stuurden af en toe een telegram om te communiceren met de buitenwereld, maar of dat dan aan zou komen wisten we niet op dat moment. Het was echt een expeditie en tegelijkertijd een geweldige uitdaging om te doen en heel dankbaar werk!

Hoe ziet de oogzorg en in Nepal nu uit? Welke ontwikkelingen heeft u gezien?

In de afgelopen 35 jaar is er natuurlijk veel veranderd. Nepal telt nu 500 oogartsen. De behoefte aan buitenlandse oogartsen is er eigenlijk niet meer. Tegenwoordig worden de oogkampen opgezet in ‘Primary Eye Care Centres’ of in een districtziekenhuis. De oogzorg is sterk verbeterd. Zoals wij het deden, doet men het tegenwoordig niet meer.

“Voor zowel Nepal als Nederland blijft wel gelden dat er een groep mensen is die vermijdbaar slechtziend is”

Margreet Hogeweg, oogarts

Blindheid door dubbelzijdige staar, wordt nu niet meer gezien omdat er in een veel vroeger stadium geopereerd wordt. Vitamine A deficiënties die ik vroeger nog zag worden ook niet meer gezien. We zien nu, mede door de toegenomen levensverwachting, dat de welvaartziektes zoals diabetische retinopathie en maculadegeneratie in opkomst zijn. De ’tropische’ aandoeningen, zoals trachoom, komen gelukkig bijna niet meer voor.

Voor zowel Nepal als Nederland blijft wel gelden dat er een groep mensen is die vermijdbaar slechtziend is, door onder andere onderdiagnostiek. In een bergachtig klimaat zoals Nepal blijft het immers moeilijk om ergens te komen, zeker als je oud of slecht ter been bent. Juist daarom is het belangrijk om oog te hebben voor toegankelijke zorg en er voor te zorgen dat die groep mensen wordt opgezocht.

World Sight Day staat in het teken van wereldwijd aandacht vragen voor oogzorg. Op dit moment is Ruth Van Nispen, voorzitter van VISION 2020 Netherlands, op bezoek bij project de “Nepal Childhood Visual Impairment Study“. Dit project beoogt onder andere de participatie van Nepalese blinde en slechtziende kinderen in kaart te brengen. Het project wordt uitgevoerd door een Nepalese kinderoogarts in Kathmandu en tevens ook promovenda van Amsterdam UMC.

Voor meer informatie over lokale initiatieven op het gebied van oogzorgactiviteiten in Nepal, zie ook de National Society for Comprehensive Eye Care (Nepal Netra Jyoti Sangh).